“Wat mij met name stoorde was de vermoeide uitstraling. Ik zat in de auto op weg naar een feestje. Ik had een rustige week gehad en was goed uitgerust. Ik keek in de spiegel en dacht ‘ik kan geloof ik wel een week slapen, want ik zie er niet uit’.
Als je dan kritisch gaat kijken zie je steeds meer dingen die je storen. Dit hangt, dat ziet er anders uit. Toen dacht ik nog “niet aanstellen, het valt allemaal wel mee.” Want ik had altijd geroepen “ik ben wie ik ben en dat blijft zo”, maar ik herkende mezelf gewoon niet meer. En als je iedere keer naar een moe gezicht kijkt stoort je dat gewoon.
Doordat ook onderdelen van mijn gezicht begonnen te hangen, vond ik ook dat ik teveel op een hamster begon te lijken. Ik wilde mezelf weer terug en ben op zoek gegaan naar mogelijkheden om dat op een natuurlijke wijze voor elkaar te krijgen. Ik wilde onder geen beding een Barbiepop worden, of iemand die ver van mij afstaat.
De eerste keer vond ik het heel griezelig, maar ben heel blij dat ik toch doorgezet heb. Als ik nu in de spiegel kijk denk ik: ‘ik ben er weer’. Het heeft me ook echt meer zelfvertrouwen gegeven, want ik voel me mooier.”